Samen maar alleen

Als Thea zich als laatste op de afgesproken plaats meldt, brengt ze trots maar moeizaam een ‘Hallo allemaal’ uit. Donny, de jongste van haar drie kleinkinderen, zwaait naar haar. Onder de aanwezigen ziet ze ook haar zoon Jacob en zijn vrouw.
Marlies, wier jurk veel weg heeft van een badjas, gaapt.
“Sorry mam. Maar het werd laat, gisterenavond.”
Thea wil moederlijk commentaar geven, maar voor ze iets kan zeggen, zijn Donny en zijn neef Merlijn verwikkeld in een discussie over hun kerstcadeaus. Lucy probeert ook iets te zeggen, maar ze komt er niet tussen bij Donny en haar broer.
Bart gaat naast Marlies zitten en groet Thea.
“Alles goed, ma?”
Weer worden Thea’s woorden ingehaald door de discussie van haar kleinkinderen. Lucy heeft eindelijk de aandacht van de jongens weten te krijgen, en Thea begrijpt dat zij een fiets heeft gekregen.

“Mam, wat ben je stil,” brengt Marlies uit.
Thea kijkt naar beneden. Hoe kunnen ze toch zo snel praten? En waarom kan zij dat niet?
“Mam moet nog een beetje wennen aan de ontwikkelingen, volgens mij,” antwoordt Jacob.
Thea kijkt naar haar familieleden. Lachen ze haar nu uit?
“Wil iemand een kerstkransje?,” weet Thea uiteindelijk in de groep te gooien.
Terwijl Merlijn haar een glimlach toewerpt, voegt ze toe dat ze de koekjes zelf heeft gebakken.
“Lekker oma,” Merlijn lacht opnieuw.
“Kan iemand me helpen met ronddelen? Moet ik ze in dat vakje aan de zijkant stoppen?”
Ze drukt al op de knop om de DVD-rom van de laptop te openen. De anderen lijken steeds harder te lachen.

Thea dept met haar zakdoek onder haar bril. Met een klap slaat ze de laptop dicht.
Ze staat op en pakt een kerstkransje van de schaal. Kauwend op het koekje grijpt ze de telefoon en draait het nummer van Marlies.
“Marlies,” klinkt een stem gapend aan de andere kant van de lijn.
“Ik vind dit maar niets…”
“Mam? Waarom was je ineens weg? We zouden Kerst toch samen vieren?”
“Samen ja! Vroeger had dat nog betekenis. Ik heb toch niet voor niets kerstkransjes staan bakken? En wat moet ik met het kerstdiner?”
“Maar mam…”
“Het zou net zo worden als altijd, dus ik heb me voorbereid als altijd.”
“Maar mam, je weet toch dat het moeilijk is voor ons om naar je toe te komen? Bart en ik… we komen om in het werk. En via de webcam zijn we toch ook bij elkaar?”
De hoorn in de hand van Thea trilt. Ze heeft haar bril op het telefoonkastje gelegd.
“Ik vind het maar niks zo. Vroeger, toen waren we nog echt samen. Toen betekende Kerst nog iets. Ik wil mijn kleinkinderen niet alleen zien. Ik wil ze kunnen knuffelen, stiekem een extra toetje geven. Hun cadeaus! Hoe kunnen ze die nu openen?”
“Kun je ze maandag niet naar het postkantoor brengen?”

Thea legt de hoorn op de haak. Met haar kanten zakdoek in de hand gaat ze op de bank zitten. Ze pakt de fotolijst van de bijzettafel en veegt met haar vrije hand over het portret van haar man. Was hij nog maar hier. Beelden van vroeger trekken aan haar netvlies voorbij. Was het nog maar die tijd, toen Kerstmis nog Kerstmis was.

2 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *