Terwijl hij de kwast afveegt aan een oude lap, kijkt Hans meewarig naar de afbeelding op het doek dat voor hem op de ezel staat. De achtergrond van het schilderij is eenvoudig. In de hoek bij het raam staat een kerstboom, waarvan de lampjes een zwak licht verspreiden. In het donker zijn in de ruimte vaag de contouren van een ladekast te herkennen en aan de rechterkant is nog net een deel van een stoel zichtbaar. Verdere details ontbreken. De prioriteit van Hans lag bij het uitbeelden van de vrouw die hem met haar grijsblauwe ogen droevig aankijkt en die hij tot in detail vanuit zijn hoofd naar het doek heeft overgebracht.
Zijn ogen worden vochtig bij het zien van de perfectie die hem aanstaart vanaf het linnen tegenover hem. De uiterlijke schoonheden van alle vrouwen waarvan Hans ooit heeft gehouden, zijn samengesmolten tot het beeld van Victoria, zoals hij de beminnelijke vrouw noemt. Zelfs de door hem bewonderde imperfecties van de vrouwen die zijn hart ooit hadden gestolen, maar die hun eigen hart te goed hadden beveiligd tegen hem, heeft hij verwerkt in het portret. Lees verder