Er leefde eens in een klein dorpje een jongen. En die jongen heette Hans. Dat dorpje lag midden in de bossen. Er liep een smal zandpad naartoe, want auto’s reden er toen nog niet. Het was gevaarlijk door dat donkere bos te gaan vanwege rovers en wilde dieren.
Hans was 16 jaar en zoon van een arm boertje. Maar in hun kleine boerderij was het heel gezellig. Vooral ’s winters als er een dik pak sneeuw lag en de stormwind loeide. Dan deden de ouders met de kinderen spelletjes, zoals pandverbeuren en ganzenbord. Lees verder